Spiermassa: slecht voor hart en bloedvaten

Ingediend door ezechiël op Zat, 21/06/2008 - 23:47.
Kwaliteit+++-- ( Middelmatig - 6 stemmen )

Bij deze een interessant artikel omtrent één van de mogelijke schaduwkanten van krachttraining of bodybuilding, dat tevens ook gewag maakt van remedies tegen deze schaduwkanten.

Spiermassa: slecht voor hart en bloedvaten

Hoe groter het beest, des te eerder geeft het de geest. Dat blijkt uit een onderzoek van Amsterdamse endocrinologen en Wageningse voedingswetenschappers naar mannen die van geslacht veranderden.
De onderzoekers ontdekten dat man-naar-vrouw-transseksuelen gezonder werden. Niet alleen omdat ze beter in hun vel kwamen te zitten, maar omdat ze spiermassa verloren.

De onderzoekers keken naar het vervaarlijke aminozuur homocysteïne in het bloed van hun proefpersonen. Wetenschapper denken dat hoge concentraties homocysteïne de kans op hartaanvallen, beroertes en misschien zelfs sommige vormen van dementie verhogen. De meest aanvaarde theorie is dat homocysteïne de bloedvaten vernauwt en de kans op het ontstaan van bloedproppen verhoogt.

Het is niet bekend hoe sterk het effect van homocysteïne precies is. Tot voor een paar jaar dachten onderzoekers dat het effect ongeveer eenzesde was van dat van cholesterol, en dat het handhaven van een gezond cholesterol veel belangrijker was dan het laag houden van de homocysteïne-spiegel. De laatste tijd heeft het aminozuur echter een herwaardering doorgemaakt. Steeds meer onderzoekers denken dat het effect van homocysteïne weliswaar niet zo sterk is als dat van cholesterol, maar het toch wel aardig benadert.

Genoeg over homocysteïne, terug naar het Amsterdams-Wageningse onderzoek, waarin arts Erik Giltay onderzocht wat de verandering van geslacht deed met mannen die vrouwen werden.(1) De mannen kregen medicijnen die de aanmaak van testosteron onderdrukten, en vrouwelijke hormonen. Hun homocysteïnespiegels zakten. Fors.

Dat was vreemd. Die daling komt niet voor bij oudere vrouwen, die geen estradiol meer kunnen aanmaken en vrouwelijke hormonen krijgen toegediend. Bij hen zakt het homocysteïne maar een beetje.

Toen Giltay een aantal bloedwaarden van de transseksuelen onderzocht, merkte hij dat één daarvan sterk samenhing met de concentratie van het homocysteïne: het creatinine, het afgewerkte creatine. De spiegel van creatinine is hoger naarmate de spiermassa groter is. Giltays theorie is dan ook dat niet de vrouwelijke hormonen, maar de afnemende spiermassa van de transseksuelen de homocysteïnespiegel deed zakken.

Giltay is voorzichtig. Zeker weten doet hij het niet. Hij poneert een theorie. Maar als die theorie klopt, dan is er stront aan de knikker. Giltay volgde de nieuwe vrouwen vier maanden. In die periode verminderde hun spiermassa aantoonbaar, maar niet verschrikkelijk veel. Het ging om enkele kilootjes. De creatininespiegel daalde slechts iets meer dan drie procent. Dat was al genoeg om het homocysteïne met tientallen procenten te laten dalen. Als het verlies van die paar kilo spier al zo'n sterk effect heeft, wat voor negatief effect heeft dan de enorme spiermassa die sporters opbouwen?

Geen paniek! Blijf lezen!

In zijn artikel schetst Giltay het mechanisme waarlangs spiermassa het homocysteïne mogelijk verhoogt. Het verhaal begint bij het onschuldige aminozuur methionine. Dat verandert in het lichaam in SAM, een molecuul dat aan andere moleculen een methylgroep kan plakken. Methyleren, heet dat, en methyleren is - kort door de bocht - goed. Zonder methylgroepen functioneert het lichaam niet. Als SAM zijn werk heeft gedaan, verandert het pas in het vervaarlijke homocysteïne.

Een belangrijk deel van de creatine ontstaat in de lever. Die maakt het van de stof guanido-acetaat, met hulp van het methylplakkende molecuul SAM. Meer spieren betekent een groter behoefte aan creatine, en als de lever meer creatine aanmaakt verandert er meer SAM, en uiteindelijk ook methionine, in homocysteïne.

Zijn spieren, as Giltays theorie klopt, dus inherent aan hartaanvallen? Of dementie? Welnee. Je hoeft niet veel trucs uit te halen om het homeocysteïne te verlagen.

Om te beginnen kan het lichaam homocysteïne omzetten. Dat gebeurt in verschillende stapjes en bij die stapjes speelt vitamine B6 een sleutelrol. Suppletie met vitamine B6 is dus voor krachtsporters aan te bevelen. De bovengrens die het recente Engelse vitaminerapport voor B6 aangaf was 10 milligram per dag. [ErGs] Bij hoger doseringen bestaat de kans op het gevoelloos worden van armen en benen, zeggen de Britten. Alleen op advies van een arts zouden mensen hoger doseringen moeten gebruiken.(2) Nu is 10 milligram wel heel erg bescheiden. Bij een tekort aan vitamine B6 artsen al snel 20 milligram per dag en bij sommige therapieën krijgen Parkinsonpatiënten zelfs meer dan 100 milligram per dag.(3)

Daarnaast kan het lichaam homocysteïne op twee verschillende manieren omzetten in het onschadelijke methionine: aan de ene kant via foliumzuur en vitamine B12 en aan de andere kant via het aminozuur betaïne of trimethylglycine. Suppletie van die stoffen verlaagt de concentratie homocysteïne.

Het eerstgenoemde omzettingsproces van homocysteïne is eigenlijk het werk van de B12-metaboliet methylcobalamine. Dat is trouwens op de markt als supplement. Orthomoleculaire artsen gebruiken het wel eens bij Parkinson. Methylcobalamine ontstaat in het lichaam uit B12 en foliumzuur.(4)

Er verschijnen op dit moment veel studies naar foliumzuur waarin onderzoekers met die vitamine alleen proberen het homocysteïne te verlagen. Dat lukt. Bij een dosering van 400 microgram is het effect optimaal, concludeert een zojuist gepubliceerd onderzoek naar ouderen.(5) Bij hen verlaagde het supplement de homocysteïnespiegel met 22 procent. Die 400 microgram is een dosering die je alleen met supplementen binnen kunt krijgen. Dagelijks krijg je ongeveer 100 microgram foliumzuur via je voeding binnen.

Gecombineerd met B12 is het effect van foliumzuur waarschijnlijk sterker. Hoewel je via je voeding dagelijks enkele microgrammen binnenkrijgt, bevatten supplementen soms honderden milligrammen. Net als bij foliumzuur zien wetenschappers geen reden voor een bovengrens. Krachtsporters zouden met een halve milligram foliumzuur en een halve milligram B12 toch een fikse verlaging van hun homocysteïne moeten kunnen bewerkstelligen

Over betaïne, dat homocysteïne op een andere manier in methionine verandert, is minder bekend. In een ander recente studie bleek dat zes gram betaïne per dag de spiegel van het homocysteïne behoorlijk vermindert.(6) Via je voeding krijg je ongeveer een gram betaïne per dag binnen.

Waarschijnlijk versterken foliumzuur, B12, B6 en betaïne elkaars homocysteïneverlagende effect. Het is de vraag of dat genoeg is om bezitters van tientallen kilo's extra spiermassa gezond te houden. Mocht het niet genoeg zijn, en mochten vitamines of andere simpele dieetaanpassingen niet genoeg blijken te werken, dan is er nauurlijk één strategie die je homocysteïne gegarandeerd laag houdt. Good old creatine. Als je lever geen extra creatine hoeft aan te maken normaliseert het homocysteïne natuurlijk. Wat zal de sportvoedingindustrie blij zijn! Ik zie de Muscle and Fitness van volgend jaar al voor me: "Gebruik creatine - anders word je dement!"

Artsen zijn huiverig voor continugebruik van creatine.